Iedereen moet zijn kaarten op tafel leggen. De onthulling van wat in de harten omgaat. Niemand gaat vandaag voorbij aan deze ontnuchterende zelfopenbaring.
Geloofscrisis leeft als een bestendige factor in de Kerk. Ze behoort bijna tot het wezen van haar geschiedenis. Reeds in de eerste eeuw moesten Johannes en Paulus met buitengewone moed optreden tegen degenen die onder de christenen verwarring zaaiden: “Vertrouw niet iedere geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn, want veel valse profeten zijn uitgegaan tot de wereld…” (1 Joh 4,1) en Paulus: “Pas op dat er niemand komt die u tot prooi maakt van ... wat niets anders is dan ijdel bedrog… “ (Kol 2,8). En ook: “Er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen. Omdat hun de oren jeuken zullen ze zich een menigte leraars aanschaffen naar eigen smaak…” (2 Tim 4,3).
Jezus voorspelde ook vervolgingen en processen: “Ge zult allen gehaat worden omwille van mijn naam”. In zijn afscheidsrede waarschuwde Jezus: “Als de wereld u haat, weet dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan u” (Joh 15,18). Haat en vervolging zelfs vanuit eigen rangen is de normale toestand van de Kerk. Dit was de ervaring van de eerste kerkleiders (Hand 4,3; 5,18; 8,3; 12,4).
De Kerk heeft gedurende twintig eeuwen altijd steeds nieuwe barstjes getoond, die soms radicale scheuren en breuken werden. Die barstjes met wat pleister bestrijken is zelfbedrog. Paulus zelf wist er de betekenis van: “Het is noodzakelijk dat er scheuringen onder u voorkomen, wil het duidelijk worden wie van u echte christenen zijn” (1 Kor 11,19). Wat we vandaag in de Kerk van Vlaanderen meemaken is in de opflakkering van wat men polarisatie noemt, het oplichten van een verborgen schisma, ontstaan door tegenstrijdige interpretaties van concilieteksten. De beroemde kerkhistoricus Peter Hebblethwaite wees ruim dertig jaar terug in zijn boek “The Runaway Church” (De Kerk op hol), op de mogelijk nefaste gevolgen van de dubbelzinnigheid die toen begon.
De open strijd die deze dagen binnen in onze Vlaamse Kerk woedt, is meteen versterkt door de losbarsting van een zich verwerende vrees om bepaalde verworvenheden van de secularisatie te moeten prijsgeven, en van een sinds lang opgekropte haat tegen een Kerk, die zich soms al te machtig wist. Maar tevens is iedereen er nu gedwongen kleur te bekennen: “De Heer zal al wat in het duister verborgen is, aan het licht brengen, en openbaar maken wat er in de harten omgaat” (1 Kor 4,5).
Daarin is de aartsbisschop alvast gelukt.
Jozef Decoene
Geloofscrisis leeft als een bestendige factor in de Kerk. Ze behoort bijna tot het wezen van haar geschiedenis. Reeds in de eerste eeuw moesten Johannes en Paulus met buitengewone moed optreden tegen degenen die onder de christenen verwarring zaaiden: “Vertrouw niet iedere geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn, want veel valse profeten zijn uitgegaan tot de wereld…” (1 Joh 4,1) en Paulus: “Pas op dat er niemand komt die u tot prooi maakt van ... wat niets anders is dan ijdel bedrog… “ (Kol 2,8). En ook: “Er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen. Omdat hun de oren jeuken zullen ze zich een menigte leraars aanschaffen naar eigen smaak…” (2 Tim 4,3).
Jezus voorspelde ook vervolgingen en processen: “Ge zult allen gehaat worden omwille van mijn naam”. In zijn afscheidsrede waarschuwde Jezus: “Als de wereld u haat, weet dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan u” (Joh 15,18). Haat en vervolging zelfs vanuit eigen rangen is de normale toestand van de Kerk. Dit was de ervaring van de eerste kerkleiders (Hand 4,3; 5,18; 8,3; 12,4).
De Kerk heeft gedurende twintig eeuwen altijd steeds nieuwe barstjes getoond, die soms radicale scheuren en breuken werden. Die barstjes met wat pleister bestrijken is zelfbedrog. Paulus zelf wist er de betekenis van: “Het is noodzakelijk dat er scheuringen onder u voorkomen, wil het duidelijk worden wie van u echte christenen zijn” (1 Kor 11,19). Wat we vandaag in de Kerk van Vlaanderen meemaken is in de opflakkering van wat men polarisatie noemt, het oplichten van een verborgen schisma, ontstaan door tegenstrijdige interpretaties van concilieteksten. De beroemde kerkhistoricus Peter Hebblethwaite wees ruim dertig jaar terug in zijn boek “The Runaway Church” (De Kerk op hol), op de mogelijk nefaste gevolgen van de dubbelzinnigheid die toen begon.
De open strijd die deze dagen binnen in onze Vlaamse Kerk woedt, is meteen versterkt door de losbarsting van een zich verwerende vrees om bepaalde verworvenheden van de secularisatie te moeten prijsgeven, en van een sinds lang opgekropte haat tegen een Kerk, die zich soms al te machtig wist. Maar tevens is iedereen er nu gedwongen kleur te bekennen: “De Heer zal al wat in het duister verborgen is, aan het licht brengen, en openbaar maken wat er in de harten omgaat” (1 Kor 4,5).
Daarin is de aartsbisschop alvast gelukt.
Jozef Decoene
Geen opmerkingen:
Een reactie posten